Dit moet je weten over de nieuwe richtlijnen voor mobiel gebruik. Steeds meer mensen gebruiken het internet via hun smartphone. Voor velen is het zelfs het enige apparaat waarmee ze websites bezoeken, e-mails lezen of online aankopen doen. Toch worden mobiele gebruikers, vooral mensen met een beperking, nog vaak buitengesloten door gebrekkige toegankelijkheid.

Met de komst van WCAG 2.2 (Web Content Accessibility Guidelines) wordt deze groep gebruikers nadrukkelijker ondersteund. Deze update van de toegankelijkheidsrichtlijnen legt de nadruk op praktische verbeteringen die vooral effect hebben op mobiele interfaces.

Waarom WCAG 2.2 belangrijk is voor mobiel

WCAG 2.2 is de opvolger van WCAG 2.1 en introduceert negen nieuwe succescriteria. Daarvan zijn er meerdere specifiek ontworpen om de gebruikservaring op mobiele apparaten te verbeteren. Smartphones hebben beperkte schermruimte, worden met de vingers bediend, en vragen om een andere benadering dan desktop.

Gebruikers met motorische, visuele of cognitieve beperkingen lopen op mobiel extra snel tegen barrières aan. Denk aan te kleine knoppen, verspringende content of het ontbreken van zichtbare focus-indicaties. WCAG 2.2 biedt richtlijnen om deze obstakels weg te nemen.

Belangrijke mobiele WCAG 2.2-criteria

Focus not obscured (2.4.11 / 2.4.12)

Mobiele schermen zijn compact. Het gebeurt vaak dat een element in focus (bijvoorbeeld een invulveld) buiten beeld valt of bedekt wordt door een sticky header of chatwidget. Dit belemmert de navigatie voor toetsenbord- of hulpsoftwaregebruikers.

Wat je kunt doen: Zorg dat elk focus-element goed zichtbaar blijft. Gebruik bijvoorbeeld voldoende padding onder de header en voorkom dat pop-ups of sticky elementen het zicht blokkeren.

Focus appearance (2.4.13)

Een gebruiker moet altijd duidelijk kunnen zien welk element in focus is. Vooral op mobiel, waar gebruikers minder controle hebben dan met een muis, is visuele terugkoppeling cruciaal.

Oplossing: Geef knoppen en formuliervelden een contrastrijk focuskader of -schaduw wanneer ze actief zijn. Vermijd subtiele stijlen die niet opvallen.

Dragging movements (2.5.7)

Niet iedereen kan een sleepbeweging uitvoeren op een touchscreen. Denk aan gebruikers met een motorische beperking of een tremor.

Oplossing: Bied altijd een alternatief voor drag-and-drop. Laat gebruikers bijvoorbeeld via pijltjes of knoppen hetzelfde doel bereiken.

Target size (minimum) (2.5.8)

Op mobiel klikken we met vingers, geen muis. Kleine knoppen of links dicht op elkaar zijn dan funest voor de gebruiksvriendelijkheid en dus ook de toegankelijkheid.

Wat je moet doen: Zorg dat interactieve elementen minimaal 24x24 CSS-pixels groot zijn en dat er voldoende ruimte is tussen verschillende knoppen.

Consistent help (3.2.6)

Gebruikers moeten altijd snel en op een herkenbare plek toegang hebben tot hulp. Vooral op mobiel is dit essentieel, omdat de interface al snel onoverzichtelijk wordt.

Oplossing: Zorg dat contactopties, hulppagina’s of live chats op elke pagina beschikbaar zijn, bijvoorbeeld via een vast helpicoon of menu-item.

Wat kun je als organisatie doen?

Wil je jouw mobiele website toegankelijk maken volgens WCAG 2.2? Begin dan met het testen van je site op verschillende apparaten. Tools zoals Google Lighthouse, Axe of WAVE helpen je technische fouten te identificeren. Laat ook gebruikers met een beperking je site testen; zij signaleren vaak problemen die tools missen.

Kies daarnaast een mobielvriendelijk en toegankelijk framework of CMS-thema, en zorg dat je ontwerpteam bekend is met de richtlijnen. Toegankelijkheid is namelijk niet alleen een technische vereiste, maar ook een designverantwoordelijkheid.