Wat zijn de WCAG-richtlijnen eigenlijk?
WCAG staat voor Web Content Accessibility Guidelines. Deze richtlijnen zijn dé internationale standaard als het gaat om digitale toegankelijkheid. Ze beschrijven waaraan websites, apps en andere digitale producten moeten voldoen om toegankelijk te zijn voor iedereen – ook voor mensen met een beperking.
De WCAG zijn opgebouwd rond vier principes: content moet waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust zijn. Oftewel: gebruikers moeten digitale informatie kunnen zien, gebruiken, snappen én ermee kunnen werken – met of zonder hulpmiddelen.
De richtlijnen worden regelmatig geüpdatet. WCAG 2.1 is op dit moment de wettelijke norm in Nederland en Europa. Maar versie 2.2 is sinds 2023 beschikbaar en bevat een aantal waardevolle aanvullingen.
Wat is er nieuw in WCAG 2.2
WCAG 2.2 bouwt voort op versie 2.1 en voegt negen nieuwe succescriteria toe. De nadruk ligt op betere ondersteuning voor mensen met cognitieve beperkingen, gebruikers op mobiele apparaten en mensen met beperkte handmotoriek.
Toegankelijke authenticatie (3.3.7)
Inloggen moet ook kunnen zonder ingewikkelde raadsels, visuele puzzels of onhandige sleepbewegingen. Denk aan toegankelijke alternatieven zoals inloggen met een e-mailadres of code.
Consistente bediening van interactieve elementen (2.5.7)
Interactieve onderdelen – zoals knoppen, sliders en formulieren – moeten logisch en voorspelbaar werken. De manier waarop je iets bedient, moet niet per element verschillen.
Minimale doelgrootte (2.5.8)
Kleine knopjes zijn verleden tijd. Interactieve elementen moeten minimaal 24x24 pixels zijn, zodat ze ook op mobiel of met trillende handen goed te gebruiken zijn.
Betere focuszichtbaarheid (2.4.11 en 2.4.12)
Gebruikers die met een toetsenbord navigeren, moeten altijd kunnen zien waar de focus staat. Deze criteria maken duidelijke focusindicatoren verplicht – met genoeg contrast en consistent gedrag.
Meer hulp bij invoerfouten (3.3.8 en 3.3.9)
Formulieren moeten niet alleen aangeven dát er iets misgaat, maar ook uitleggen wát er misgaat én hoe je het kunt oplossen. Helder, ondersteunend en zonder vakjargon.
Wat betekent dit voor WCAG-niveaus
Net als eerdere versies is WCAG 2.2 opgebouwd uit drie niveaus:
- A – basisniveau, minimale toegankelijkheid.
- AA – het niveau dat wettelijk vereist is voor overheden en straks ook voor veel bedrijven (onder de EAA).
- AAA – het hoogste niveau, vooral bedoeld als inspiratie of best practice.
De meeste nieuwe criteria in 2.2 vallen onder niveau AA. Eén criterium – over doelgrootte – valt onder AAA.
Belangrijk om te weten: alles wat je al goed had geregeld onder WCAG 2.1, blijft geldig. 2.2 voegt alleen extra eisen toe. Het is dus een stap vooruit, geen complete herziening.
Hoe bereid je je voor op WCAG 2.2
De nieuwe richtlijnen zijn bedoeld om het nog net iets beter te doen. Maar dat betekent wél dat je bestaande oplossingen onder de loep moet nemen.
Bekijk je design en UX opnieuw
Zijn je knoppen en links groot genoeg? Is het duidelijk waar de focus staat als je met je toetsenbord navigeert? Werken je formulieren ook voor mensen met minder digitale vaardigheden?
Loop je authenticatieproces na
Gebruik je alleen ingewikkelde wachtwoorden of captchas? Kijk of er eenvoudigere en toegankelijkere alternatieven mogelijk zijn – zonder in te leveren op veiligheid.
Laat een nieuwe toetsing uitvoeren
Een audit op basis van WCAG 2.2 laat zien waar je staat. Zeker als je producten of diensten onder de EAA vallen, is dat geen overbodige luxe.
Maak een praktisch verbeterplan
Je hoeft niet alles in één keer perfect te hebben. Maar zorg wél dat je weet wat er beter kan – en wanneer je dat gaat aanpakken.
Waarom deze update goed nieuws is
WCAG 2.2 maakt digitale toegankelijkheid concreter en gebruiksvriendelijker. Het draait niet alleen om techniek, maar vooral om mensen: gebruikers die net even anders navigeren, lezen of begrijpen.
Door nú al rekening te houden met de nieuwe criteria, maak je jouw digitale omgeving niet alleen toekomstbestendig – maar vooral ook prettiger in gebruik voor iedereen.